De Scuba waterkwaliteit sondes zijn geschikt voor diverse toepassingen. Ze kunnen worden gebruikt voor discrete bemonstering en profilering, of als autonome loggers. Verbind ze met telemetriestations voor continue realtime monitoring en maak uw waterkwaliteitsgegevens direct toegankelijk via cloudgebaseerde software. De Scuba-sondes kunnen communiceren via RS-232, SDI-12 of Modbus.
Bekijk de productenDe Scuba is verkrijgbaar in verschillende standaardconfiguraties maar kan ook geheel worden aangepast aan uw specifieke toepassingen. Selecteer de gewenste sensoren om grotere sondes te vullen of gebruik een batterijpakket om van de sonde een registratieapparaat te maken voor weken- of maandenlange monitoring.
| Onze sondes meten de volgende waterkwaliteitsparameters: |
| Temperatuur | Chlorofyl, blauwalg, PAR |
| Zuurgraad (pH) | Ruwe olie, geraffineerde olie |
| Opgeloste zuurstof (DO) | CDOM/FDOM, tryptofaan |
| Elektrische geleidbaarheid (EC) | Fluoresceïne, rhodamine |
| Redox (ORP) | Opgeloste CO2 |
| Diepte | Optische witmakers |
| Troebelheid | Ammonium |
| Nitraat | Chloride |
| Natrium | Calcium |
| Bromide |
De Scuba sondes zijn voorzien van verschillende kenmerken voor probleemloos gebruik in verschillende omstandigheden. Als extra bescherming tegen vervuiling kunt u kiezen voor kopergaas, dat langzaam oplost in het water en de sensoren bedekt met koperionen. Dit helpt aangroei voorkomen. De grotere sondes (Scuba 75, 90 en 105) zijn voorzien van een wissersysteem om de sensoren schoon te houden.
De Scuba sondes zijn voordelig in onderhoud, mede dankzij de separate referentiesensor. Hierdoor zijn minder verbruiksartikelen nodig. De optionele kopergaas, en wisser in de grotere sondes, houden de onderhoudsfrequentie laag. Afhankelijk van de vuilafzetting van het water waar het instrument in is geplaatst kan de Scuba een maand of langer zonder onderhoudsbeurt.
Het opslaan en vervoeren van watermonsters in flessen kan de pH (zuurgraad), EC (elektrische geleidbaarheid) en O2 (opgeloste zuurstof) van het monster veranderen, wat leidt tot onnauwkeurige metingen. Het oppompen van water naar de oppervlakte bijvoorbeeld verhoogt het zuurstofgehalte, en de bezinking van hydroxiden beïnvloedt EC. Analyse in het veld is daarom, in de meeste gevallen, de beste keuze.
